ZESTIG PROMINENTE NEDERLANDERS VRAGEN DIEPGAANDER ONDERZOEK IN DE ZAAK ROEL VAN DUIJN

Persbericht

ZESTIG PROMINENTE NEDERLANDERS VRAGEN DIEPGAANDER ONDERZOEK IN DE ZAAK ROEL VAN DUIJN

Ruim 60 prominente Nederlanders hebben om een veel grondiger onderzoek gevraagd over de langdurige heksenjacht van de geheime dienst tegen Roel van Duijn. Hiermee  krijgt Roel van Duijn brede politieke en maatschappelijke ondersteuning om het functioneren van de geheime diensten tegen hem te laten onderzoeken.
Oud-minister voor de BVD, Ed van Thijn, een viertal leden van de Tweede Kamer, waarbij Mi Lei Vos, Harry van Bommel en Marianne Thieme, deskundigen als prof. mr. Erik Jurgens en ook historici als Geert Mak hebben zich in bijgesloten brief gericht tot de Commissie van Toezicht voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten
(CTIVD).
Het initiatief tot deze brief is afkomstig van ons Comité Rechtsherstel Roel van Duijn.
De ondertekenaars zijn van mening dat de onderzoeksopdracht die minister Plasterk onlangs aan de CTIVD heeft gegeven, te mager is. Het onderzoek mag zich niet beperken tot de BVD alleen, maar moet ook de rol van de lokale geheime politie omvatten, die nauw samenwerkte met- of in opdracht werkte van de BVD.
Het onderzoek mag zich niet beperken tot het zoeken naar de inzet van bijzondere middelen, maar moet gericht zijn op de vaststelling of het handelen van de geheime dienst al dan niet rechtmatig en/of behoorlijk is geweest.
De inhoud van de brief, compleet met de overdonderende lijst van ondertekenaars, spreekt verder voor zichzelf.
Met vriendelijke groet van
Eckart Dissen,
namens het Comité Rechtsherstel Roel van Duijn

Brief van Comité Rechtsherstel Roel van Duijn_150613

Comité Rechtsherstel Roel van Duijn op Facebook!

Vanaf 22 juni 2013 is het Comité Rechtsherstel Roel van Duijn op Facebook te volgen!

Kijk hier!

Rechtse terreur in Duitsland legt sympathie geheime dienst bloot

Tien jaar lang heeft een extreem-rechtse bende Duitse  allochtonen kunnen terroriseren. De geheime dienst keek ernaar en gaf de omgeving van de vermoorde slachtoffers de schuld. Ondanks dat de diensten geinfiltreerd  waren in de Nazionalsocialistische Untergrund en de toedracht van vele bloedige feiten kende.
Alarmerend, maar ook internationaal herkenbaar. In Noorwegen kon de fascist Anders Breyvik zijn moorden lange tijd onopgemerkt voorbereiden en met verbazend gemak plegen. Om maar te zwijgen over Rusland, waar “patriottische” groeperingen buitenlanders of Kaukausiers vermoorden zonder dat de geheime dienst er een poot naar uitsteekt, omdat die het te druk heeft met de democratische oppositie. Overal oefenen inlichtingen- en veiligheidsdiensten aantrekkingskracht uit op nationalistische en rechtse mensen.
In Nederland doet de verborgen steun van de Duitse geheime diensten aan de Nazionalsozialistische Untergriund mij denken aan  de ontvoering van mijn persoon, als lijsttrekker in de gemeenteraadsverkiezingen van 1970.  Eveneens door een extreem-rechtse bende, onder de ogen van onze geheime dienst. Die niet heeft ingegrepen en mogelijk zelf actief betrokken is geweest.
Die aanslag is – anders dan nu in Duitsland – beperkt gebleven tot gewelddadige vrijheidsbeneming plus doodsbedreiging en niet tot moord.  Maar een negatief verschil is dat de Nederlandse geheime dienst  tot nu toe, 43 jaar later,  er in geslaagd is de deksel op de doofpot te houden.
Toen mijn vriendin de nacht van de ontvoering bij het bureau Warmoesstraat aangifte van vermissing wilde doen reageerde de politie in dezelfde geest als de Duitse politie rond de dönermoorden heeft gereageerd: “Ach, dat hebben jullie Kabouters natuurlijk zelf gedaan. Geintje  van jullie! ” Mijn vriendin werd onverrichterzake weggestuurd. Toen het kamerlid H.Singer-Dekker,  strafrechtgeleerde, eiste dat de zaak opgehelderd zou worden,  liet de politie het bij  enkele stuntelige  verhoren, met als allerlaatste woorden: “Het onderzoek wordt voortgezet”.
Vijf jaar later, in 1975, pleegden dezelfde figuren een bomaanslag op de Amsterdamse metro. Ik deed nogmaals aangifte bij justitie: dat het deze mensen waren die mij ontvoerd en met de dood bedreigd hadden. Er gebeurde… niets. In 2005 bekende de hoofdverdachte in het programma Andere Tijden dat mijn beschuldigingen, die ik van meet af aan gedaan had, juist waren. Hij was inderdaad een van de daders geweest. Maar , haha, de zaak was nu verjaard.
De geheime  politie was in de jaren zeventig niet alleen rond mijn persoon uiterst actief geweest, ze was ook geinfiltreerd geweest in de kring van de daders.  En waarom had de geheime dienst niet ingegrepen?
Vergeleken met Duitsland is de Nederlandse geheime dienst “succesvoller” in het afdekken van  haar betrokkenheid bij deze misdaad. De AIVD heeft tot nu toe elke poging om hem, door onderzoek, ter verantwoording te roepen de kop ingedrukt. Terwijl in Duitsland koppen van geheime diensthoofden zijn gerold, mag de AIVD nog altijd de stukken die zij over mijn ontvoering heeft geheim houden. Nog steeds is er geen serieus onderzoek ingesteld, alle mooie woorden van de regering over de bescherming van lokale politici ten spijt.
De sympathie van vele toenmalige BVD-ers voor rechtse terreur tegen linkse jongeren en de behoefte bij de huidige AIVD om dit allemaal af te dekken is daaraan niet vreemd. Op het gebied van ontmaskeren kan de Nederlandse politiek van onze oosterburen iets leren. Dat de werknemers van de geheime dienst scherper gescreend moeten worden op gecamoufleerde  vriendelijkheid tegenover extreem rechts. En dat die ver buiten het inlichtingenwerk ten behoeve van de democratische rechtsorde  moeten worden gehouden.


Roel van Duijn
Ex-gemeenteraadslid en ex-wethouder van Amsterdam

Minister Plasterk geeft CTIVD opdracht tot onderzoek BVD-archief Roel van Duijn

Persbericht 4 juni  2013

Minister Plasterk geeft CTIVD opdracht tot onderzoek BVD-archief Roel van Duijn – Brief_Plasterk_040613 (pdf)

Minister  Plasterk, verantwoordelijk voor de AIVD, heeft opdracht gegeven tot onderzoek van het deels nog geheime BVD-archief van Roel van Duijn.
Dit heeft hij gedaan in een brief van vandaag,die u bijgesloten aantreft. Dit  na twee gesprekken met hem en na vier jaar van mijn moeizaam speuren, procederen, schrijven en een rapport van de Nationale Ombudsman.

Plasterk vraagt de CTIVD te  onderzoeken of de stelling, dat er door de BVD nooit bijzondere middelen tegen mij zijn ingezet, juist is. Daarbij zijn als bijzondere middelen te verstaan alle middelen die met de ogen van nu  de facto als bijzondere middelen zijn op te vatten.Telefoon aftappen, observatie, openening van brieven, geheime huiszoeking.

Ik heb ernstige bedenkingen tegen de  beperkte vorm van dit onderzoek .
Nu wordt NIET onderzocht :

• De ontvoering met medeplichtigheid van de geheime dienst

• Mijn registratie als  Diepvriesfiguur

• De rondzending van lasterlijke en belastende rapporten en brieven aangaande mij door de geheime dienst naar de bestuurlijke elite

• Al het observatiewerk dat gedaan is door de plaatselijke geheime politie. Plasterk wil  zich tot het aandeel van de BVD wilt  beperken, omdat u  zich niet bevoegd acht om zich met de lokale  geheime politiediensten, de Groep IJzerman  of de MIVD etc.  te bemoeien

Dit laatste onderdeel is heel belangrijk, omdat die takken van de geheime dienst waarschijnlijk het grootste aandeel hebben gehad in deze marathonheksenjacht.

Nu deze beperkingen aan het onderzoek worden opgelegd wekt het de schijn van een gehandicapt  foponderzoek. Met de opgelegde beperkingen is het constateren van de inzet van bijzondere middelen, die al  sinds een jaar zijn aangetoond in mijn boek “Diepvriesfiguur” problematischer.

Ik blijf aandringen op een echt en compleet onderzoek naar wat de GEHEIME DIENST, waarvan de BVD slechts de spin het web was,  als geheel gedaan heeft. En daarmee bedoel ik het gehele netwerk van vertakkingen van de geheime dienst zoals: BVD, PID, Groep Ijzerman, MIVD,Veiligheidsdienst Koninklijk Huis.

De boven aangestipte pijnpunten moeten daar zeker bij worden betrokken.

Het zou een onderzoek moeten zijn naar rechtmatigheid en behoorlijkheid  van de activiteiten van de gehele geheime dienst jegens mij in de periode 1960 – 1990. Zoals gedocumenteerd  beschreven in  “Diepvriesfiguur“. Daatbij zouden ook onafhankelijke historici moeten worden betrokken.Wel is het zo dat de CTIVD ook ongevraagd onderzoek mag doen.

Roel van Duijn
Ex-politicus, Provo, Kabouter

Parool – De AIVD ziet toe op zijn controleur

De Commissie van Toezicht Inlichtingen en Veiligheidsdiensten controleert de AIVD en de MIVD. In praktijk blijkt dat daar wel wat op is af te dingen, zegt oud-politicus Roel van Duijn, die lang door de veiligheidsdienst in de gaten werd gehouden. Lees Parool_AIVD ziet toe op zijn controleur_maart2013 (pdf)

Minister Plasterk biedt toch onderzoek(je) Roel van Duijn versus geheime dienst aan

Persbericht  12 maart 2013

Minister Plasterk biedt toch onderzoek(je) Roel van Duijn versus geheime dienst aan

Vandaag heeft, na jarenlange procedures, een gesprek plaats gevonden tussen  minister Plasterk  en mij, op het ministerie van Binnenlandse Zaken.
Dit omdat ik  herhaaldelijk verzocht had om een grondig  onderzoek naar de  decennialange privacyschending door de geheime dienst, alsmede  laster en ontvoering. Dit alles is  beschreven en uitvoerig gedocumenteerd in mijn recente boek “Diepvriesfiguur”. Aanwezig was ook een vertegenwoordigster van het ‘Comité rechtsherstel Roel van Duijn ’.

De minister heeft zijn opstelling herzien. Onlangs noemde hij in antwoord op vragen van het kamerlid van Raak dit onderzoek  ‘taak noch bevoegdheid’ van de Commissie Toezicht Inlichtingen en Veiligheidsdiensten (CTIVD).
Vandaag echter heeft hij het aanbod gedaan de CTIVD ‘bij uitzondering’ een beperkt onderzoek te laten uitvoeren naar de vraag of de BVD in het verleden “bijzondere middelen” tegen mij heeft ingezet. Daaronder wordt verstaan : telefoon aftappen, brieven openen, schaduwen. Tegelijk deelde hij mee dat de AIVD meent dat dit niet zo is.

Als onderzoek vermomde voortzetting van de doofpotpolitiek van de AIVD.
Mijn reactie was en is dat dit een te mager aanbod is. Het gaat erom dat er een  diepgaand en onafhankelijk onderzoek gaat plaatsvinden waarin  geëvalueerd wordt of het optreden van de geheime dienst jegens mij rechtmatig en behoorlijk is geweest. Zodat Nederland over deze nog steeds actuele vragen iets kan leren, zoals ook de Nationale Ombudsman in zijn uitspraak hierover ben adrukt heeft. Een formeel antwoord op de vraag of er “bijzondere middelen” door de BVD zijn ingezet is nauwelijks relevant, omdat al lang uit de 1500 losgewrikte documenten van de geheime dienst duidelijk geworden is dat deze dienst abnormale middelen en energie heeft vrijgemaakt voor spionage naar mijn persoon en mijn bewegingen. Al lang is gebleken dat daarbij op ruime schaal gebruik is gemaakt van infiltratie, observatie en andere middelen. Het aangeboden onderzoek is weinig meer dan een als onderzoek vermomde voortzetting van de doofpotpolitiek van de AIVD.
Bovendien rijst de vraag in hoeverre de CTIVD werkelijk een onafhankelijk toezichtsorgaan is, nu niemand minder  dan chef van de AIVD een brief aan mij geschreven heeft waarin hij  verklaart dat de CTIVD dit onderzoek “simpelweg” niet kan doen.
Nodig is dan ook dat het onderzoek gedaan zal worden onder leiding van een gerenommeerd wetenschappelijk
instituut, door een commissie die deels uit historici, deels uit juristen en veiligheidsexperts bestaat.

Tweede gesprek
Het gesprek zal over een maand worden voortgezet. Ondertussen is het woord aan de leden van het parlement. Het ‘Comité Rechtsherstel Roel van Duijn ’ en ik zullen  ingaan op diverse uitnodigingen van de fracties in de Tweede Kamer om zich over het vereiste onderzoek te informeren en zich een mening te vormen.

Roel van Duijn
Ex-Provo, Kabouter, politicus
020 4704770

Plasterk nodigt Roel van Duijn uit voor gesprek

Nieuwsbericht | 28-02-2013

Minister Plasterk (Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties) heeft de heer Roel van Duijn uitgenodigd voor een gesprek. Het gaat over diens dossier bij de toenmalige Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD), de voorloper van de huidige Algemene Inlichtingen- en Veiligheidsdienst (AIVD). Dat staat in antwoorden op Kamervragen die de minister vandaag naar de Tweede Kamer heeft gestuurd. De antwoorden staan hieronder. Een afspraak voor het gesprek is inmiddels gemaakt.

Vragen van het lid Van Raak (SP) aan de minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties over de inzet van bijzondere bevoegdheden door de geheime diensten tegen politici, in het bijzonder tegen Roel van Duijn (ingezonden 7 februari 2013).

Vraag 1
Deelt u de opvatting van de Nationale ombudsman dat uw ministerie en de Algemene inlichtingen- en veiligheidsdienst (AIVD) hebben gehandeld in strijd met de beginselen van «transparantie» en «behoorlijkheid», door de heer Roel van Duijn pas na vele en lange procedures – tot aan de Raad van State – inzicht te geven in de bemoeienis van geheime diensten met diens leven en politieke activiteiten?

Vraag 2
Deelt u de opvatting van de Nationale ombudsman dat het «onbevredigend» en «onverstandig» is dat u heeft geweigerd om een nader onderzoek te laten doen naar de inzet van bijzondere bevoegdheden tegen Roel van Duijn?

Antwoord
De heer Van Duijn komt vooral voor in de dossiers van de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD) uit de jaren zestig en zeventig van de vorige eeuw. De Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 kent een uitputtend stelsel voor de behandeling van verzoeken om inzage in (persoons)gegevens, met inbegrip van het daarbij te hanteren beoordelingskader. Dat stelsel beoogt zowel de belangen van de verzoeker als die van de dienst te borgen. Bij de behandeling van verzoeken om kennisneming wordt zorgvuldig beoordeeld of de aangetroffen gegevens vrijgegeven kunnen worden.

Naar aanleiding van een verzoek om inzage in zijn persoonsdossier heeft de AIVD aan de heer Van Duijn documenten verstrekt. In zijn bezwaarschrift heeft de heer Van Duijn zijn verzoek verbreed. Daarop zijn aanvullende documenten verstrekt. De heer Van Duijn heeft bovendien gebruik gemaakt van alle rechtsmiddelen die hem ter beschikking stonden (bezwaar, beroep en hoger beroep).

Vraag 3
Bent u bereid de Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) te vragen alsnog een onderzoek te doen naar de inzet van bijzondere bevoegdheden tegen Roel van Duijn, in het bijzonder naar de «behoorlijkheid»?

Antwoord
De Commissie van Toezicht voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) heeft in dit geval geen taak en bevoegdheden om onderzoek te doen. De zaak betreft een periode van voor de inwerkingtreding van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002.

Overigens ben ik bereid een gesprek aan te gaan met de heer Van Duijn en heb hem inmiddels hiertoe uitgenodigd.

Vraag 4
Deelt u de opvatting van de Nationale ombudsman dat de AIVD wel rekening houdt met de «rechtmatigheid» van zijn optreden, maar onvoldoende met de «behoorlijkheid» van zijn bemoeienis met het leven en de activiteiten van politici?

Antwoord
Ieder overheidsorgaan, ook de AIVD, dient zich bij haar optreden te houden aan regels omtrent behoorlijkheid. Deze eis geldt ten aanzien van alle burgers, of zij nu politici zijn of niet. De eis dat de AIVD op een behoorlijke en zorgvuldige wijze handelt bij de verwerking van gegevens, waaronder de uitoefening van bijzondere bevoegdheden, is in artikel 12 van de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 vastgelegd. De CTIVD kan toezien op de naleving daarvan.

Vraag 5
Deelt u de mening dat nadere regels noodzakelijk zijn om de behoorlijkheid van de inzet van bijzondere bevoegdheden door geheime diensten tegen politici te waarborgen?

Vraag 6
Worden op dit moment door de geheime diensten bijzondere bevoegdheden ingezet tegen politici?

Vraag 7
Zult u in de toekomst toestemming geven aan geheime diensten om bijzondere bevoegdheden in te zetten tegen politici?

Vraag 8
Wordt de Commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten van de Tweede Kamer altijd geïnformeerd op het moment dat geheime diensten bijzondere bevoegdheden inzetten tegen politici?

Antwoord
Deze casus heeft betrekking op de voorganger van de AIVD, de Binnenlandse Veiligheidsdienst (BVD). Het wettelijk kader met betrekking tot toezicht en rapportage was destijds een andere dan nu geldt voor de AIVD. De AIVD heeft onder meer tot taak onderzoek te doen naar personen die door de doelen die zij nastreven, dan wel door hun activiteiten aanleiding geven tot het ernstige vermoeden dat zij een gevaar vormen voor het voortbestaan van de democratische rechtsorde, dan wel voor de veiligheid of voor andere gewichtige belangen van de staat. Politici zijn niet bij voorbaat uitgesloten van onderzoek. Aan de uitoefening van bijzondere bevoegdheden zijn in de Wet op de inlichtingen- en veiligheidsdiensten 2002 eisen gesteld en daaraan wordt iedere uitoefening getoetst. De CTIVD kan in het kader van haar toezichthoudende taak de rechtmatige uitoefening van bijzondere bevoegdheden toetsen. De Commissie voor de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten van de Tweede Kamer (CIVD) is belast met de controle op de operationele taakuitvoering van de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten. Er worden in het openbaar geen mededelingen gedaan over operationele zaken die in de CIVD aan de orde komen.

Vraag 9
Hebben politici die onderwerp zijn geweest van bemoeienis door de veiligheidsdiensten altijd een wettelijke notificatie ontvangen?

Antwoord
Indien een voor notificatie in aanmerking komende bijzondere bevoegdheid is uitgeoefend, zal vijf jaar na beëindiging daarvan worden onderzocht of aan betrokkene een notificatieverslag kan worden uitgebracht. Dat geldt ook voor politici.

Volkskrant: http://www.volkskrant.nl/vk/nl/2686/Binnenland/article/detail/3401632/2013/02/28/Gesprek-tussen-Plasterk-en-Van-Duijn-over-veiligheidsdienst.dhtml

NRC-next 28 februari 2013: Nee, we onderzoeken onszelf niet, bepaalt de veiligheidsdienst

Roel van Duijn werd decennialang gevolgd door de veiligheidsdienst.
Maar zijn verzoek tot een onderzoek werd afgewezen, door het hoofd van de AIVD.

Dagblad TROUW – AIVD weigert onderzoek naar eigen werk

De veiligheidsdienst meldt: er komt geen onderzoek naar de veiligheidsdienst. Maar of de verantwoordelijk minister Plasterk van binnenlandse zaken dat zelf besloten heeft kon zijn woordvoerder gisteren niet zeggen.

Brief AIVD aan Roel van Duijn
Open pdf (214,3 kB)

Brief Nationale Ombudsman aan Roel van Duijn
Open pdf (622,8 kB)

Oud-politicus Roel van Duijn vroeg de minister onlangs in een brief om onderzoek in te stellen naar de manier waarop de toenmalige veiligheidsdienst BVD hem decennialang in het vizier hield. Van Duijn – die gesteund wordt door de Nationale Ombudsman – richtte zijn brief aan Plasterk persoonlijk. Vorige week kreeg hij een afwijzend antwoord, maar dat was ondertekend door R.A.C. Bertholee, hoofd van de AIVD, de opvolger van de BVD. Trouw beschikt over de correspondentie.

De BVD hield Van Duijn – bekend van Provo, Kabouter, en het Amsterdamse stadsbestuur – decennialang in de gaten. Hij heeft lang geprocedeerd om het BVD-dossier over hem in bezit te krijgen. Dat lukte in 2011, toen de rechter hem gelijk gaf.

In het dossier zag Van Duijn aanleiding om toenmalig minister Donner om onderzoek door de Commissie van Toezicht Inlichtingen en Veiligheidsdiensten (CTIVD) te vragen. Die wees dat af. Daarop wendde Van Duijn zich tot de Nationale Ombudsman Alex Brenninkmeijer. Die schreef eind vorige maand aan Van Duijn dat “het onjuist is om te stellen dat het handelen van de BVD juist is geweest”. Er is volgens de Ombudsman onvoldoende helderheid over de werkwijze van de veiligheidsdienst en de grenzen die ze in acht moest nemen. “Door zo weinig transparant te handelen ontstaat de indruk dat de overheid tegenover u iets te verbergen heeft.”

Daarop vroeg Van Duijn begin deze maand nogmaals om onderzoek, ditmaal gericht aan minister Plasterk. Dat verzoek is nu dus afgewezen in een brief die is ondertekend door AIVD-hoofd Rob Bertholee. Een woordvoerder van Plasterk kan niet zeggen of de minister zelf kennis heeft genomen van de brief. “Het is helemaal niet ongebruikelijk dat er namens de minister brieven worden verstuurd.”

Van Duijn noemt het “bijzonder merkwaardig” dat “de beklaagde aan de klager laat weten dat zijn klacht niet wordt behandeld”. Maar ook dat maakt volgens de woordvoerder van Plasterk niet uit.

Wat wil Van Duijn onderzocht hebben?

In zijn BVD-dossier dat Roel van Duijn na jaren procederen in 2011 in handen kreeg, ziet de oud-Provo aanleiding voor onderzoek. Dat moet zich wat hem betreft op vijf punten richten.

1: De 25 jaar durende privacyschending.
2: Het zwart maken van Van Duijn, zijn omgeving en de Provo-beweging.
3: Het doorspelen van informatie door de BVD aan wat Van Duijn ‘de bestuurlijke elite’ (zoals burgemeesters en politiecommissarissen) noemt.
4: De plaatsing van Van Duijn op de zwarte lijst van staatsondermijnende personen
5: De volgens Van Duijn gebrekkige reactie van BVD, politie en justitie op de ontvoering van Van Duijn door een rechts-extremistische groepering in 1970.

TROUW.NL -Artikel 270213

‘Door zo weinig transparant te handelen ontstaat de indruk dat de overheid tegenover u iets te verbergen heeft’
Nationale Ombudsman

Nationale Ombudsman Brenninkmeijer stelt Roel van Duijn in het gelijk

Persbericht

Nationale Ombudsman Brenninkmeijer stelt Roel van Duijn in het gelijk

De Nationale Ombudsman dr. A.F.M. Brenninkmeijer heeft in een op 28 januari uitgebracht rapport  positief gereageerd op mijn klacht. Na de weigering van ex-minister Donner om een onderzoek te laten instellen bij de Commissie voor Toezicht op de Inlichtingen en Veiligheidsdiensten (CTIVD) naar de decennialange spionage aangaande mijn persoon alsmede mijn ontvoering door de geheime dienst, had ik daarover een klacht bij de Nationale Ombudsman ingediend. Een klacht die ik voor hem met mijn boek “Diepvriesfiguur” , waarin de zwaar bevochten BVD-documenten, heb onderbouwd.

De Nationale Ombudsman komt, na uitvoerige informatieverwerving en na de uiteindelijke weigering van de directeur van de AIVD, de heer Bertholee, om mee te werken aan een informele evaluatie, nu tot de volgende conclusies :

1- De overheid heeft zich niet transparant gedragen. “Ik vind het niet transparant,”dat u zoveel moeite heeft moeten doen om uiteindelijk de openbaarheid te krijgen waarop u recht had”. En : “De indruk ontstaat dat de overheid tegenover u iets te verbergen heeft.”

2- Het is onbevredigend dat er nu, na lange juridische strijd,  materiaal is dat twijfel oproept of het handelen van de BVD rechtmatig is geweest. Mijn  vragen, zoals in “Diepvriesfiguur”, zijn actueel.  Inzake veiligheidsdiensten kijkt de overheid ten onrechte  alleen naar rechtmatigheid, maar niet naar behoorlijkheid. Brenninkmeijer is het niet eens met het tot nu toe door de regering in mijn zaak  ingenomen  standpunt. “Het is onjuist om te stellen dat het handelen van de BVD jegens u juist is geweest.”

3-Brenninkmeijer acht het onverstandig dat ex-minister Donner het door mij gevraagde onderzoek heeft geblokkeerd. Zelf is hij daarvoor, gezien het tijdsverloop, onvoldoende geëquipeerd.

Voor mij is de uitspraak van de Nationale Ombudsman een belangrijke stap op weg naar de erkenning door de nieuwe regering dat het onophoudelijke gegluur van de geheime dienst een schending van mijn privacy geweest is, waarmee de nationale veiligheid allerminst gediend is.

Deze uitspraak is een bevestiging dat het onterecht tegengehouden, historische onderzoek  alsnog plaats moet vinden en dat de onderste steen boven moet.

U treft de tekst van de Nationale Ombudsman bijgesloten aan. (pdf –2013-01-28 Brief aan de heer Van Duijn)

Met vriendelijke groet,

Roel van Duijn
Ex-politicus en auteur
Bakhuizen van den Brinkhof  9
1065 AZ Amsterdam
Tel. 020 4704770
roelvduijn@planet.nl