De veiligheidsdienst meldt: er komt geen onderzoek naar de veiligheidsdienst. Maar of de verantwoordelijk minister Plasterk van binnenlandse zaken dat zelf besloten heeft kon zijn woordvoerder gisteren niet zeggen.
Brief AIVD aan Roel van Duijn
Open pdf (214,3 kB)
Brief Nationale Ombudsman aan Roel van Duijn
Open pdf (622,8 kB)
Oud-politicus Roel van Duijn vroeg de minister onlangs in een brief om onderzoek in te stellen naar de manier waarop de toenmalige veiligheidsdienst BVD hem decennialang in het vizier hield. Van Duijn – die gesteund wordt door de Nationale Ombudsman – richtte zijn brief aan Plasterk persoonlijk. Vorige week kreeg hij een afwijzend antwoord, maar dat was ondertekend door R.A.C. Bertholee, hoofd van de AIVD, de opvolger van de BVD. Trouw beschikt over de correspondentie.
De BVD hield Van Duijn – bekend van Provo, Kabouter, en het Amsterdamse stadsbestuur – decennialang in de gaten. Hij heeft lang geprocedeerd om het BVD-dossier over hem in bezit te krijgen. Dat lukte in 2011, toen de rechter hem gelijk gaf.
In het dossier zag Van Duijn aanleiding om toenmalig minister Donner om onderzoek door de Commissie van Toezicht Inlichtingen en Veiligheidsdiensten (CTIVD) te vragen. Die wees dat af. Daarop wendde Van Duijn zich tot de Nationale Ombudsman Alex Brenninkmeijer. Die schreef eind vorige maand aan Van Duijn dat “het onjuist is om te stellen dat het handelen van de BVD juist is geweest”. Er is volgens de Ombudsman onvoldoende helderheid over de werkwijze van de veiligheidsdienst en de grenzen die ze in acht moest nemen. “Door zo weinig transparant te handelen ontstaat de indruk dat de overheid tegenover u iets te verbergen heeft.”
Daarop vroeg Van Duijn begin deze maand nogmaals om onderzoek, ditmaal gericht aan minister Plasterk. Dat verzoek is nu dus afgewezen in een brief die is ondertekend door AIVD-hoofd Rob Bertholee. Een woordvoerder van Plasterk kan niet zeggen of de minister zelf kennis heeft genomen van de brief. “Het is helemaal niet ongebruikelijk dat er namens de minister brieven worden verstuurd.”
Van Duijn noemt het “bijzonder merkwaardig” dat “de beklaagde aan de klager laat weten dat zijn klacht niet wordt behandeld”. Maar ook dat maakt volgens de woordvoerder van Plasterk niet uit.
Wat wil Van Duijn onderzocht hebben?
In zijn BVD-dossier dat Roel van Duijn na jaren procederen in 2011 in handen kreeg, ziet de oud-Provo aanleiding voor onderzoek. Dat moet zich wat hem betreft op vijf punten richten.
1: De 25 jaar durende privacyschending.
2: Het zwart maken van Van Duijn, zijn omgeving en de Provo-beweging.
3: Het doorspelen van informatie door de BVD aan wat Van Duijn ‘de bestuurlijke elite’ (zoals burgemeesters en politiecommissarissen) noemt.
4: De plaatsing van Van Duijn op de zwarte lijst van staatsondermijnende personen
5: De volgens Van Duijn gebrekkige reactie van BVD, politie en justitie op de ontvoering van Van Duijn door een rechts-extremistische groepering in 1970.
‘Door zo weinig transparant te handelen ontstaat de indruk dat de overheid tegenover u iets te verbergen heeft’
Nationale Ombudsman